Tag: Diabetes

DPP4 en Diabetes type 2

De kans is groot dat je op deze blog bent gekomen omdat je zocht naar meer informatie over DPP4 verlagende medicatie en Diabetes. Misschien heb je deze voorgeschreven gekregen van je arts en wil je weten hoe het werkt. Dan ga ik je verbazen en hopelijk verblijden met de volgende informatie die waarschijnlijk het tegenovergestelde is van wat je arts je vertelde: Je moet DPP4 verlagen. Ik ga je haarfijn uitleggen waarom je dit juist niet moet doen!

Wat is DPP 4?

DPP4 is een enzym met meer dan 70 functies en helpt bij de afbraak van exorfinen uit gluten en caseïne. Het gaat hierbij om gliadin morfine 7 (GMP 7) en bèta casomorfine 7 (BCM7) voornamelijk uit koeienmelk type A1, ik schreef hier al eerder over het verschil tussen A1 en A2 melk.
Exorfinen zijn morfine-achtige stoffen. De exorfinen zorgen dat het immuunsysteem de wand van de dunne darm aanvalt waardoor je gevoelig wordt voor gluten. Je hebt dan geen Coeliakie, maar wel glutenintolerantie officieel noemt men dat Non-Celiac Gluten Sensitivity (NCGS).
De darmwand wordt hierdoor aangetast en er kan zich hierdoor een lekke darm ontwikkelen waardoor er verschillende ziekten zich kunnen ontwikkelen.

Als je gluten en/of caseïne eet krijg je een tevreden gevoel, je kunt hier aan verslaafd raken. Exorfinen zijn tenslotte morfinen. Dit gevoel ontstaat doordat de exorfinen zich in de hersenen aan endorfine binden. Als je veel gluten en caseïne eet, dus bijvoorbeeld veel brood, pasta, koekjes, kaas, melk krijg je veel exorfinen binnen en kunnen endorfinen uitgeput raken, de endorfine receptoren worden dan geblokkeerd en er wordt tegelijkertijd minder dopamine afgegeven. Endorfine is de stof die je zo’n prettig gevoel heeft.
Hierdoor kun je juist meer trek hebben in zoetigheid. Je wilt dat de dopamine omhoog gaat. Je kunt concentratieproblemen hebben, ADHD, autisme, schizofrenie, verslavingen, eetstoornissen en depressie doordat je teveel exorfinen hebt.

Diabetes type 2

Doordat er teveel exorfinen zijn en ga je meer eten en heb je kans op obesitas en diabetes type 2. Je verlangt vooral naar caseine, zuivel met veel vet en naar gluten, brood, koekjes, pasta en de combinatie van deze twee is funest voor je gezondheid. Doordat je veel koolhydraten en vetten binnenkrijgt kun je insulineresistent worden en kun je uiteindelijk diabetes type 2 krijgen.

 

DPP 4 en de darm

Het is dus belangrijk dat er niet teveel exorfinen in je darmen en hersenen komen. In je een gezonde dunne darm bevindt zich het dipeptidylpeptidase (DPP4), dit enzym breekt eiwitten af en wordt onder andere door de epitheelcellen in de darm gemaakt. (Ook in de alvleesklier, luchtwegen en het oorkanaal). Er zijn meerdere enzymen die eiwitten af kunnen breken, maar DPP4 is het enige enzym wat de eiwitten van gluten en caseïne af kan breken en is dus erg belangrijk. Als hier een tekort aan is, kunnen de exorfinen dus niet door een ander enzym afgebroken worden.

Tekort aan DPP 4

Zoals gezegd zorgt een tekort aan DPP4 voor een gluten en caseïne overgevoeligheid en diezelfde gluten en caseïne veroorzaken ook een tekort aan DPP 4. Dus als je tarwe, rogge, kamut, spelt en zuivel van A1 koeien blijft gebruiken, zul je nooit uit de vicieuze cirkel komen.

Bij diabetes type 2 worden ook nog wel eens DPP 4 remmers als medicatie gegeven omdat het bloedglucosegehalte dan daalt. Door deze medicatie vererger je de situatie. Door een nog verdere daling van DPP4 worden de darmen nog verder aangetast. De bijwerkingen van deze medicatie zijn darmklachten, hoofdpijn en infecties van long en luchtwegen en griep en verkoudheidsverschijnselen. Het laatste wat je wil doen in dit geval is je DPP4 verlagen.

Zorg dus dat je de oorzaak aanpakt: Wat veroorzaakt een bloedsuikerverhoging: het eten van veel koolhydraten en suikers. Dus de trek in koolhydraten moet je verlagen. En dat doe je door de darmgezondheid te verbeteren zodat het endorfine systeem niet overbelast wordt.
Dus eet geen gluten en caseïne meer en let op de volgende factoren die tevens het DPP4 enzym verlagen:

  • Dynorfinen: dit zijn opioïde peptiden(eiwitten) Het endorfinesysteem heeft 3 soorten receptoren: KOR, DOR en MOR. Dynorfinen activeren KOR en deze receptoren remmen MOR en DOR. Exorfinen en andere opiaten activeren dynorfinen. Dynorfinen remmen dopamine, het DPP-IV enzym en BDNF. BDNF is een belangrijke stof voor het overleven van neuronen. Het beschermt de hersenen tegen neurodegeneratie, een problematiek die voorkomt bij geheugenproblemen, de ziekte van Alzheimer en Parkinson .
  • Histamine, een stof die vrijkomt bij allergische reacties en voedingsintoleranties. Histamine is een dynorfine activator.
  • TNF-alfa komt vrij bij een mestcel reactie bij allergie, histamine-intolerantie, voedselintolerantie, mcas.
  • TGF-beta (transformerende groei factor)
  • Hyperinsulinemie (stofwisselingsziekte met verhoogd insuline)
  • Kwik (amalgaam vullingen, vis, vaccins), laat amalgaamvullingen verwijderen en ontgift van zware metalen met een speciaal programma.
  • Cadmium in sigaretten. Ook meeroken kan voor een te hoog cadmiumgehalte zorgen. Ontgift van zware metalen met een speciaal programma. Ook als je vroeger gerookt hebt, kun je nog steeds cadmium in je diepere weefsels hebben.
  • Calcium suppletie: het nemen van DPP-IV producten mag liefst niet gecombineerd worden met de extra inname van calcium.
  • Insecticiden, herbiciden en pesticiden: eet biologisch
  • Cholecystokinine, een neurohormoon dat de galblaas stimuleert tot het afscheiden van gal. Cholecystokinine veroorzaakt een toename van dynorfine. Exorfinen veroorzaken een sterke toename van cholecystokinine wat op termijn kan leiden tot het ophopen van galstenen en galblaas infecties (helaas wordt er veel te snel overgegaan tot het operatief verwijderen van de galblaas). Gluten veroorzaakt een acht keer langzamere lediging van de galblaas door toename van cholecystokinine.
  • Gierst bevat een DPP 4 verlagende stof. Parelgierst wordt soms gebruikt bij het maken van bier.
  • Polyfenolen. Komen van nature voor in planten en groenten. In natuurlijke vorm zijn polyfenolen gezond. Geconcentreerde polyfenolen (extracten) gebruikt in voedingssupplementen zijn giftig omdat ze een sterke DPP-IV remmende werking hebben. Sommige van deze polyfenolen remmen het DPP-IV enzym sterker dan de DPP-IV remmende geneesmiddelen die aan diabetici worden voorgeschreven. De polyfenolen werden in dit onderzoek R ingedeeld in drie groepen: Groep 1 (sterkste remmers): resveratrol, luteoline, apigenine en flavonen. Groep 2 (matige remmers): naringenin, hesperetin, cyanidin-3-glucoside, kaempferol en malvidine. Groep 3 (zwakke remmers): cyanidine, quercetine en koffiezuur.
  • Druivenpitten: (ook in olie en druivenpitten supplementen zoals proanthenol en resveratrol).
  • Naringin: een flavonoïde, zit in grapefruit en sinaasappelschillen (commercieel sinaasappelsap uit extracten bevat schil restanten). Naringin blokkeert niet alleen de P450-detox-enzymen (CYP3A4 en CYP1A2) maar ook het DPP-IV enzym R.
  • Fosforzuur: (een smaakversterker in bijna alle frisdranken)
  • Chitosan is een natuurlijk voorkomende polysacharide met antibacteriële werking. Het wordt gebruikt in deodorants, waterverzachters, waterfilters en voor het klaren van wijn. Chitosan is een sterke DPP-IV remmer (80% verminderde activiteit van het DPP-IV gen)
  • Fluor en fluoride (tandpasta)
  • Wei : bv. in proteïne shakes

Leefstijlfactoren:

  • Uitgaan: Bijna alle drugs maar vooral dopamine stimulerende drugs als dextro-amfetamine en amfetamine/speed, Ritalin, roken, alcohol activeren dynorfinen waardoor DPP 4, dopamine en BDNF geremd wordt.
  • Chronische en belastende stress. Stress activeert het CRH-hormoon, dat op zijn beurt dynorfine activeert.

Medicatie en supplementen met DPP 4 verlagende werking:

  • DPP-IV remmers: wordt voorgeschreven bij diabetes! DPP-IV remmers verhogen de kans op psychose en andere dopamine verstoringen bv. verslaving en gewelddadig gedrag
  • Dopamine stimulerende medicatie (bv. Ritalin®/Rilatine® R, dextro-amfetamine R, Levodopa® R), activeren dynorfine.
  • Glucocorticoïden: corticosteroïden, worden voorgeschreven bij ontstekingen en allergieën, het onderdrukt het immuunsysteem. Wat toch al onderdrukt wordt door het teveel aan exorfinen.
  • Ezetimibe en statines: (cholesterolverlagers)
  • Chlorambucil (chemotherapie)
  • Antipsychotica
  • EDTA : (een zware metalen chelator)
  • Adenosine
  • Forskolin (vetverbrander voor gewichtsverlies)
  • Antibiotica
  • Efedrine (hoestdranken, drugs)
  • Rauvolfia serpentina/slangenhout (een van de 50 meest gebruikte kruiden in de Chinese geneeskunde)
  • Berberine: een vaak toegepast voedingssupplement, komt ook voor in Relora® (productnaam van een voedingssupplement met extracten van Phellodendron amurense)
  • Epicatechine derivaten: antioxidanten concentraten uit groene thee, rode wijn en chocolade. Het nemen van teveel antioxidanten via supplementen is toxisch.
  • Teveel zink: (bv. door hoge doseringen in voedingssupplementen. Chlorella, tarwe en andere granen kunnen een zink-tekort veroorzaken. Magnesium versterkt de binding van de endorfine receptoren in de hersenen van ratten, terwijl zink deze magnesium interventie neutraliseert

DPP4 verhogen

  1. Stop met het gebruik van gluten en zuivel. Je kunt proberen A2 zuivel te gebruiken. In Nederland is A2 melk verkrijgbaar van Jersey koeien. Veel ambachtelijke kaas uit zuid-Europa wordt gemaakt van koeien die A2 melk geven. Lees hier meer over A2 melk. Het veiligst is om in de herstelfase helemaal geen zuivel te gebruiken.
  2. Eet koolhydraatarm: veel groenten, eiwitten en vetten. Zorg altijd dat groenten de basis vormen. Vetten lijken DPP4 in de darmen en nieren te verhogen. De huidige reguliere aanpak bij diabetes is om DPP4 te verlagen, door middel van medicatie en de vetinname te verlagen. Je blijft dan koolhydraten en caseine eten en er wordt niet gekeken naar de gluten en caseïne gevoeligheid door een tekort aan DPP 4. Als je dan ook nog DPP 4 verlagende medicatie gebruikt wordt de situatie van kwaad tot erger. Je diabetes zal dan niet overgaan.
    Misschien ken je het programma van Voeding Leeft: Keer Diabetes 2 om, in dit programma wordt er koolhydraatarm gegeten. Dit ondersteunt het principe wat ik hierboven uitgelegd heb. Je herstelt de oorzaak van je diabetes: exorfinen belasting en tekort aan DPP 4. De basis van je gezondheid zijn gezonde darmen.
  3. Betreft de lange lijst met DPP 4 verlagende stoffen, gluten en caseine zijn de veroorzakers van een te laag DPP 4, probeer rekening te houden met je voeding en supplementen. Eet vers en onbewerkt, geen frisdranken en chemicalien. Eet zoveel mogelijk biologisch.
  4. Heb je darmklachten, glutenintolerantie en misschien ook wel caseine allergie en heb je moeite om koolhydraten te laten staan waardoor je diabetes hebt ontwikkeld? Start dan zo snel mogelijk met een dieet zonder gluten en caseïne en begin met supplementeren van DPP4 enzymen. En stop met de DPP 4 remmers als je die nu gebruikt.

Overleg deze aanpak wel eerst met je huisarts. laat hem/haar dit artikel lezen.. Ik kan je begeleiden met het herstellen van je darmen waardoor je geen insuline of andere medicatie kunt verminderen of zelfs helemaal kunt stoppen.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan op maandagochtend tussen 10 en 11 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@voedingsadviesrotterdam.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Ik besteed veel tijd aan het schrijven van blogartikelen, dit doe ik graag, ik wil dat je goed geinformeerd wordt, ik zou niets liever doen dan voor jou schrijven. Ik verdien hier niets aan, helaas moet ik dan ook steeds meer tijd besteden aan andere (betaald) werk en daardoor kan ik minder schrijven. Wil je mij ondersteunen? Dan kan dat al vanaf eenmalig €1,00 of meer. Gewoon als teken van waardering, of omdat je meer wilt lezen van mijn hand. Jouw donatie besteed ik uiteraard aan tijd om goeie blogs te schrijven. Alvast, heel erg bedankt!

, Lisa

[doneren_met_mollie]

Hoe vet verbannen werd door de suikerlobby

Een jaar voordat ik geboren werd, in 1968, is vet tot Mr. Evil verklaard. Terwijl men zich in de jaren ’50 zorgen over suiker (sucrose) als veroorzaker van coronaire hartziekten. 

Dat vet als slecht voor de gezondheid werd verklaard en niet suiker komt doordat het onderzoek, uitgevoerd door wetenschappers van Harvard, naar coronaire hartziekten door het Sugar Research Foundation (SRF) werd gesponsoord, ofwel de suikerindustrie. De resultaat van dit onderzoek werd in 1967 gepubliceerd in New England Journal of Medicine, waarbij uiteraard niet werd vermeld dat het onderzoek betaald werd en in opdacht werd gedaan voor de SRF.

In het onderzoek werd gesuggereerd dat voorgaande onderzoeken naar de invloed van suiker op de gezondheid, niet goed uitgevoerd waren en dat het weglaten van vet de beste manier was om coronaire hartziekten te voorkomen.

De SRF zag namelijk al in 1954 een grote groeimogelijkheid als men minder vet zou moeten eten voor de gezondheid, hoe minder vet je gebruikt, hoe groter de behoefte aan suiker. En zo zou de suikerindustrie gigantisch kunnen groeien. Per persoon zou er 1/3 meer suiker worden geconsumeerd. Wat dus ook is gebeurd.

Toen in de jaren 60 echter onderzoeken naar buiten kwamen waarbij vooral suiker, los van de koolhydraten in het algemeen, slecht was voor hart- en vaatziekten. Betaalde de SRF een flinke som geld aan de onderzoekers om de uitkomst van het onderzoek te manipuleren. Het onderzoek duurde erg lang omdat er steeds meer onderzoeken naar buiten kwamen die sucrose(suiker) aanwezen als grootste gevaar. Maar in 1967 kwam dan eindelijk het onderzoek naar buiten.

Om suiker een minimale rol in hart- en vaatziekten te geven werden veel epidemiologische onderzoeken van suikerconsumptie- waarbij gekeken wordt naar patronen in gezondheid en ziekte- weggelaten omdat deze teveel mogelijke factoren zouden bevatten en de uitkomst van het onderzoek zouden dwarsbomen. Ook experimentele onderzoeken werden buiten beschouwing gelaten omdat deze niet een reeel beeld zouden geven op het echte leven.

Zo werd bijvoorbeeld een onderzoek waarbij mensen minder suiker en meer groenten aten weggelaten omdat een verandering in dieet niet haalbaar zou zijn. (dit klinkt als een erg bekend argument van ons huidige Voedingscentrum in Nederland)

Bij een ander onderzoek, waarbij ratten een vet-arm en suikerrijk dieet kregen werd verworpen omdat “zulke dieten zelden door mensen worden geconsumeerd.”

Vervolgens werden alle onderzoeken die wezen op de gevaren van vet extra aangevoerd. De huidige SRF reageerde op de onderzoeken naar de invloed van de suikerlobby dat ze moeilijk commentaar konden geven op gebeurtenissen die zo lang geleden hebben plaatsgevonden.

Echter vinden vandaag de dag nog steeds onderzoeken plaats in opdracht van de suikerindustrie. Coca-Cola sponsorde een onderzoek waarbij moest uitwijzen dat suikerdranken geen invloed hebben op obesitas en een grote snoep fabrikant betaalde en beinvloedde onderzoek waarbij de uitkomst was dat kinderen die snoep eten een gezonder lichaamsgewicht hebben dan kinderen die dat niet doen.

Dat suiker de grootste veroorzaker van ziekte is, mag ondertussen duidelijk zijn. Het wil niet zeggen dat je je helemaal vol kunt eten met vet. Want ook dat levert problemen op, vooral plantaardige olien zijn gevaarlijk omdat deze niet goed verwerkt kunnen worden omdat veel mensen een tekort hebben aan voedingsstoffen (vitaminen en mineralen) en we er bovendien veel te veel van binnen krijgen.

Lees ook: Boter en je cholesterol

 

Wil je weten of ik je kan helpen met een consult? Bel dan op maandagochtend tussen 10 en 12  uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail bij afwezigheid (ik ben een bezig bijtje) naar info@voedingsadviesrotterdam.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het  dit artikel dan gerust.

 

Bronnen: National Public RadioAPNewsJamaNetwork

 

 

Is Diabetes type 2 een autoimmuunziekte?

Bij diabetes type 1, worden de eilandjes van Langerhans vernietigd worden door een  auto-immuunziekte. Bij diabetes type 2 is er een heel ander proces gaande, maar ook dit is een auto-immuunreactie van het lichaam.
Vetten aan de buitenkant van cellen zorgen ervoor dat insuline zijn werk niet meer goed kan doen. Dat zorgt ervoor dat het lichaam minder gevoelig wordt voor insuline: het begin van diabetes type 2. Men heeft ontdekt hoe we deze vetten (glycolipiden) kunnen verminderen. Shawn Winer van het University Health Network in Toronto en zijn onderzoeksteam gebruikten hiervoor immuun-onderdrukkende medicijnen. Ook keerde ook de insulineresistentie om gedurende meerdere maanden, dit gaf aan dat het immuunsysteem betrokken is bij diabetes type 2.De vermindering van deze vetten leidde tot een verbetering van de insulinegevoeligheid in de lever, spier en vetweefsel. In het vetweefsel en in de lever nam ook de ontsteking af. En juist die ontstekingen spelen een grote rol bij het ontstaan van diabetes type 2.
SCHRIJF JE IN VOOR DE NIEUWSBRIEF
De onderzoekers hebben verder onderzocht hoe deze ontsteking precies werd tegengaan nadat ze de glycolipiden remden. De onderzoekers zagen dat het buikvet bij patienten met Diabetes 2 ontstoken was. Ze veronderstelden dat wanneer vetcellen stierven, ze een auto-immuunreactie opriepen.Normaal werkt immuniteit zo dat een aantal witte bloedcellen (lymfocyten) een eiwit herkennen als vreemd (antigen). Ze “eten” de eiwitten op en plakken de verteerde stukjes op hun celmembranen zodat ze door de andere cellen “herkend” worden. Het type lymfocyten die dit doen worden B-cellen genoemd, omdat ze volgroeien in het beenmerg.T-lymfocyten (T omdat ze volgroeien in de thymus klier) komen in verschillende soorten.

T-cellen zijn de eerste helpers, ze hechten zich aan de B-cel en helpen het om zichzelf te reproduceren, waarna ze oplosbare anti-lichamen produceren die zich aan antigenen “hechten”.De antilichamen zweven rond in het bloed en hechten zich aan iedere soort antigen die ze leuk vinden. De antilichamen zijn een signaal voor andere type T-cellen, de cytotoxische cellen(de cel-vernietigers), ze doden de cel met het antilichaam erop.

 

Het hele immuniteit is een te complex verhaal om hier uit te leggen. Dit is een vereenvoudigde uitleg:

In een gezond lichaam markeren antilichamen alleen cellen die geinfecteerd zijn door virussen of tumorcellen, de gemarkeerde cellen worden dan vernietigd. Net zoals in een bos, waar sommige bomen een rood kruis krijgen om te worden gekapt. Alleen virussen en tumorcellen worden dan vernietigd. In een minder gezond lichaam, denkt het immuunsysteem dat bekende eiwitten antigenen zijn en vervolgens val het immuunsysteem de niet schadelijke eiwitten aan. Zo worden er dus normale gezonde cellen vernietigd.

Dit is wat een auto-immuunziekte noemen.

Diabetes type 1, waar de betacellen van de alvleesklier worden vernietigd, is een auto-immuun ziekte.

Een ander voorbeeld is Hashimoto’s waarbij de schildklier aangevallen wordt door het immuunsysteem.Mensen die orgaan transplantatie moeten ondergaan krijgen medicijnen om hun immuunsysteem te onderdrukken zodat het nieuwe orgaan niet aangevallen wordt. Deze medicijnen heten immunosuppressiva.

 

In het eerste onderzoek zagen de onderzoekers dat muizen maanden lang een verandering hadden in hun T-cellen en de insulineresistentie verminderde.In 2011 deden zij een tweede onderzoek bij gemuteerde muizen die geen B-cellen aan konden maken.  Deze muizen konden dus geen antilichamen aanmaken. Ze gaven hen een dieet wat diabetes veroorzaakt, maar de muizen kregen diabetes. Ze namen toen antilichamen uit het bloed van diabetische muizen en injecteerde de muizen die geen antilichamen hadden: toen kregen ook deze muizen diabetes.Deze onderzoeken impliceren dat diabetes een auto-immuun ziekte is. Maar goed, wij zijn mensen en de onderzoeken zijn uitgevoerd bij muizen.

Lees hier verder over het dieet wat je kunt volgen voor diabetes type-2.
BOEK NU EEN CONSULT

Het verband tussen diabetes type 1, coeliakie en voeding

Diebetes is er in twee soorten diabetes type 1 en diabetes type 2. De snel groeiende diabetes type is type 2, deze ontstaat bij verkeerde voeding, veel suiker, bewerkte lege voeding en te weinig beweging. Type 2 is het type dat gerelateerd is aan obesitas, hoge bloeddruk en een hoog cholesterol. Die samen gezien worden als het metabolisch syndroom. Maar ook diabetes type 2 is net als diabetes type 2 een auto-immuunziekte, deze auto immuunziekte ontstaat door een verkeerde leefstijl. Lees er hier meer over. De behandeling van deze klachten en dus ook diabetes 2 hebben veel baat bij een eiwit- en groentenrijke voeding, het paleodieet wordt met succes toegepast bij vele patienten met diabetes type 2.

Diabetes type 1 is een heel ander probleem. Alhoewel je hier ook een dieet met volgen, is het deze diabetes geen gevolg van een verkeerde levensstijl. Bij type 1, is een aanval op de alvleesklier door het auto-immuunsysteem. Hierdoor kan er geen insuline geproduceerd worden. Insuline heb je nodig om koolhydraten en eiwitten te verteren. Mensen met diabetes type 1 moeten dan ook bij elke maaltijd insuline injecteren.

Samen met de arts moeten mensen met Diabetes 1 hun insulinegehalIte op peil houden, maar ook voor hen is het mogelijk om met het paleodieet vooruitgang te boeken.

Diabetes type 1 en koolhydraat arm dieet

Het advies voor Diabetes type 2 is het volgen van een low-carb dieet, ofwel een koolhydraatarm dieet. Voor Diabetes type 1 ligt deze manier van eten niet voor de hand. Ook al eet je heel weinig koolhydraten, je hebt nog steeds insuline nodig omdat je ook insuline nodig hebt om eiwitten af te breken. Een koolhydraatarm dieet zal de aanval van het auto-immuunsysteem op de alvleesklier niet kunnen voorkomen en er zal ook niet meer insuline aan gemaakt kunnen worden.

Een regulier dietiste zal een patient met Type 1 Diabetes een algemeen ‘gezond’ dieet voorschrijven waarbij veel koolhydraten gebruikt worden en weinig vet en supplementeren met genoeg insuline. Maar mensen met Diabetes type 1 zijn constant in gevecht met het tellen van de koolhydraten in verhouding met de insuline.

Het is waar dat je ook bij een koolhydraatarm dieet nog insuline moet toedienen. Maar het is wel uit onderzoeken gebleken dat het je kan helpen. Uit het onderzoek blijkt dat als je koolhydraatarm eet en je dus ook minder insuline hoeft toe te dienen, dit de glycemische controle kan verbeteren. Je dient het dieet dan wel voor langere tijd vol te houden. (1)

Als je minder bloedsuikerspiegel pieken hebt dan hoef je er ook minder rekening mee te houden. Bij een koolhydraat arm dieet is je bloedsuikerspiegel vrij constant en blijft het laag.  Bij een koolhydraat arm dieet als paleo moet je er wel op letten dat je geen tot weinig producten eet als cassave, zoete aardappel of aardappel.

Paleo en Diabetes Type 1 : Andere aspecten

Auto-immuniteit en Gluten

Een van de meest interessante aspecten van Diabetes type 1 is het verband Coeliakie, een glutenallergie. Coeliakie komt tussen de 5 en 10 keer meer voor bij mensen met Diabetes type 1 dan bij mensen zonder diabetes. De meeste Diabetes type 1 met Coeliakie krijgen geen symptomen die bij Coeliakie horen, terwijl de ziekten wel hun lichaam aantast. Osteoporose is bijvoorbeeld een belangrijk voorbeeld.
De behandeling bij Coeliakie is een glutenvrij dieet, dus zou iemand met Diabetes type 1 dan een verbetering zien bij hun diabetes symptomen als zij stoppen met het eten van gluten?

Dit onderzoek laat het bewijs zien voor het verband tussen Coeliakie en Diabetes type 1. Er zijn een handjevol onderzoeken en een paar grotere onderzoeken met verschillende resultaten- sommige geven een verbetering in het bloedsuiker beheersing met een glutenvrij dieet en bij andere onderzoeken ziet men het tegenovergestelde. Er is nog te weinig goed onderzoek naar gedaan om tot een goed eindoordeel te kunnen komen. Tot nu toe is het niet duidelijk of een paleodieet bijdraagt aan de gezondheid van mensen met Diabetes type 1.  Wat wel duidelijk is, is dat je veel minder schommelende bloedsuikerspiegels hebt en je minder insuline nodig hebt.

Autoimmuniteit en darmbacterien

Een ander interessant aspect is dat de darmbacterien een  rol spelen bij Diabetes type 1. De darmbacterien geven een antwoord op de prangende vraag bij diabetes type 1: als het niet door dieet en levensstijl ontstaat: waar komt het dan vandaan?

Het antwoord is:

Het is deels genetisch, maar genetici krijgen het plaatje niet rond.  En dan vooral niet de snel groeiend aantal mensen met Diabetes type 1.

De grote invloed van de darmbacterien op Diabetes type 1 zijn onderzocht:

  • De darmflora speelt een belangrijke rol bij het immuunsysteem. Zij zorgen voor de doorlaatbaarheid van de darmwand, deze is betrokken bij de ontwikkeling van verschillende auto-immuunziekten, waaronder Diabetes Type 1.
  • De darmflora kan aangetast worden door verschillende dingen: Antibiotica, zeker als deze vaker is toegepast, maar een te vroege introductie van koeienmelk en granen bij baby’s en dreumesen.
  • Mensen met Diabetes type 1 hebben een duidelijke andere darmflora dan gezonde mensen.

Er is helaas nog geen onderzoek gedaan naar  welke probiotica de darmflora van mensen met Diabetes type 1 kan verbeteren zodat de symptomen verminderen. Het is ook nog niet onderzocht wat dan een “gezond”voedingspatroon er uit ziet vanuit de diabetes visie.  Wat je altijd kunt doen is stappen ondernemen om je darmen gelukkig te maken.

Kortom

Een koolhydraat arm dieet is niet het wondermiddel voor de genezing van Diabetes type 1. Er is hiervoor nog geen medisch advies om Diabetes type 1 met voeding te genezen of te voorkomen. De informatie die ik nu beschrijf kun je met je arts bespreken, of niet. Wat wel zeker is, is dat een koolhydraat arm dieet niet schadelijk is voor Diabetes type 1 zolang de insuline dosis goed afgesteld wordt. En je kunt natuurlijk proberen glutenvrij te eten en een gezond voedingspatroon in te voeren die goed is voor de darmflora. Hopelijk zal er, met de groeiende belangstelling voor de darmbacterien van de laatste jaren, meer  onderzoek worden gedaan waarbij er wellicht specifieke voedingsmiddelen ontdekt worden die kunnen helpen bij Diabetes type 1.

Let op: Heb je naast diabetes 1 nog andere ziekten die met auto-immuunsysteem te maken hebben, zoals astma, reuma, eczeem of histamine-intolerantie, dan is de kans groot dat je met herstellen van je darmen met een koolhydraat arm dieet en de juiste probiotica een stuk opknapt, ook al is je diabetes met grote waarschijnlijkheid wel een blijvende ziekte.

Bron